Het aller-aller-aller-lastigste:
afstand houden bij de juf


Handen wassen? Twintig keer op een dag? Geen probleem. Maar anderhalve meter afstand houden bij de juf? Tijn: ‘Dat vind ik het aller-lastigste.’ Sem: ‘Het aller-aller-aller-lastigste.’

Tijn (9) en Sem (9) zijn sinds groep 3 beste vrienden. Nu de school weer open is, zitten ze op maandag en woensdag in de klas. Dat had ook anders kunnen zijn. Sem: ‘De juf heeft de klas op alfabet verdeeld. De achternaam van Tijn begint met een H. Mijn achternaam begint met een B. Dus we hebben geluk.’

In de klas van Tijn en Sem zitten 28 kinderen. Ze komen niet allemaal tegelijk naar school. ‘We krijgen les met de halve klas’, zegt Tijn. Sem: ‘De andere kinderen komen op dinsdag en donderdag.’ Tijn: ‘Het is heel rustig.’ Sem vindt dat superfijn: ‘Nu kan ik me goed concentreren. Thuis lukt dat niet. Mijn broertjes maken veel kabaal.’

Heel blij
Mooi dat het thuiswerken dus wat minder wordt. ‘Toen de school op slot zat door corona kregen we heel veel huiswerk’, zegt Tijn. Sem: ‘Soms belden we met een klein groepje. Dan was de juf er ook bij. Dat was fijn.’ De juf weer in het echt zien, is nog veel fijner. Tijn: ‘Ik ben heel blij. Ik hoop dat we snel dichtbij elkaar mogen komen. Het voelt alsof de juf me dan beter begrijpt als ik iets vraag.’

De school heeft het goed aangepakt, vinden Tijn en Sem. Tijn: ‘We zitten in een U-vorm.’ Sem: ‘Wat verder van de juf, maar we kunnen elkaar goed zien.’ Tijn: ‘Er is zeep om handen te wassen.’ Sem: ‘Er zijn papieren doekjes om af te drogen.’ Tijn: ‘Maar de wc’s zou ik anders doen.’ Sem: ‘Iedere klas heeft nu zijn eigen wc.’ Tijn: Ik had jongens en meisjes apart gedaan.’

Trakteren

Tijn en Sem waren allebei jarig toen de school dicht was. Trakteren kan nog niet. Sem: ‘Jammer, maar ik snap het wel.’ Tijn: ‘Al die handen die dingen aanraken. Chips was wel lekker geweest.’ Sem: ‘Of lolly’s.’

Overblijven

Tussen de middag op school eten. Anders doen Tijn en Sem dat niet. ‘Nu heb ik wel brood bij me’, zegt Sem. Tijn: ‘Het is raar. Wat moet je de hele tijd doen?’ Sem: ‘Ik hoop dat we mogen voetballen.’

In quarantaine

Vertellen en naar elkaar luisteren. De eerste schooldag van Tijn en Sem vloog voorbij. Tijn: ‘Ik heb verteld dat mijn vader corona had. We moesten in quarantaine.’ Sem: ‘Ik ben iedere dag langs geweest. Dan gingen we in de voortuin, achter het hek, praten.’ Tijn: ‘Mijn vader was heel ziek, maar hij hoefde niet naar het ziekenhuis. Gelukkig is hij al lang weer beter.’

Hoe vond jij het om weer naar school te gaan?
Of mocht je nog niet, omdat je verkouden was?
Schrijf je verhaal op voor TilburgJunior.

Deze bijdrage aan TilburgJunior is mede mogelijk gemaakt door