Met z’n zevenen:
‘Het is bijna nooit rustig in huis’


Grote gezinnen. Dat is iets van vroeger. Of toch niet? Anne: ‘Ik heb een zusje, Leonie.’
Leonie: ‘Samen hebben we hebben drie broers.’ Anne: ‘Jeroen is mijn tweelingbroer.’ Leonie: ‘Richard is de oudste en Matthijs zit er tussenin.’

Wacht even. Twee meisjes, drie jongens, een papa en een mama. Even tellen. Bij Anne (10) en Leonie (8) zijn ze met z’n zevenen. ‘Klopt’, zegt Anne. Leonie: ‘We eten ’s morgens makkelijk een heel brood op.’ Anne: ‘En het pak hagelslag is altijd supersnel leeg.’

Meteen onder de douche na het sporten? Dat kan niet altijd. Leonie: ‘Soms moet je lang op je beurt wachten. De een heeft gevoetbald, de ander gehockeyd’. Anne: ‘Rustig is het bijna nooit in huis. Als ik een keer echt alleen wil zijn, ga ik een rondje fietsen.’

Sokken
Zo’n groot gezin is volgens de zusjes heel gezellig. Leonie: ‘Er is altijd wel iemand om mee te spelen.’ Anne: ‘Een potje Monopoly duurt lekker lang.’ Leonie: ‘We hebben er wel eens drie dagen over gedaan.’ Anne: ‘En met Sinterklaas zijn er heel veel cadeaus om uit te pakken.’

Met zoveel mensen in huis, is het fijn als iedereen een handje helpt. Leonie: ‘We moeten allemaal wel eens glas naar de glasbak brengen of onkruid wieden.’ Anne: ‘En soms gooit mama een hele berg schone sokken op de tafel. Dan gaan we allemaal helpen met uitzoeken.’


Heb jij thuis ook iets bijzonders?
Schrijf je verhaal op. Stuur het naar TilburgJunior!