Van Kinderstadsdichter naar
Junior Stadsdichter


Ieder jaar wordt in Tilburg een Junior Stadsdichter gekozen. Maar wist je dat er eerder twee keer een Kinderstadsdichter was? Het waren Sara en Pleun.

‘Als ik mijn gedichten voorlees, vergeet ik dat ik verlegen ben’

‘Schrijf een gedicht’. Die opdracht kregen Sara Bidaoui en haar klasgenootjes in groep 7. ‘Ik moest er heel lang over nadenken’, zegt Sara. ‘Het werd een gedicht over mijn opa en oma. Het was heel kort en erg grappig. Toen ik klaar was, dacht ik: ’Zou het nog een keer lukken?’ Zo ben ik steeds verder gegaan.’

Zó ver, dat ze werd gekozen tot kinderstadsdichter van Tilburg. De allereerste. ‘Er was een wedstrijd en we moesten een gedicht over Tilburg schrijven.’ Lastig, vond Sara. Ze dacht eindeloos na over Tilburg, maar het lukte niet om een gedicht op papier te krijgen. ‘Toen heb ik dát maar opgeschreven’, zegt ze. ‘Gewoon omdat ik heel graag mee wilde doen.’ Ze verwachtte niet dat haar inzending kans zou maken. Maar dat bleek dus een vergissing.

Verlegen
Als kinderstadsdichter heeft Sara veel bijzondere dingen gedaan. ‘Ik mocht bij de burgemeester komen, samen met andere dichters en een liedjesschrijver. Tijdens de kinderboekenweek mocht ik optreden en ook tijdens Festival Mundial. Ik ben best verlegen maar als ik mijn gedichten voorlees, vergeet ik dat helemaal.’

Een gedicht over Tilburg? Is dat er tóch nog gekomen? ‘Ja, want ik kwam tijdens een economieles op een idee. Ik keek uit over het kruispunt bij school en stelde me voor dat ik de stad Tilburg was. Dat ik niet groter wilde groeien, omdat het al druk genoeg is en omdat de nieuwe huizen er niet mooier op worden. Dat is precies hoe ik over Tilburg denk.’

‘Het is leuk om met letters te spelen’

Junior Stadsdichter

Tilburg heeft een nieuwe kinderstadsdichter. Ze heet Pleun Andriessen. Pleun (11) schrijft gedichten voor en over de stad. Dat mag ze een jaar lang doen. Haar ‘beroep’ is heel bijzonder, want er zijn maar weinig steden die een kinderstadsdichter hebben.

Pleun schrijft al sinds haar zevende gedichten. ‘Het is leuk om met letters te spelen. Mijn eerste gedicht ging over een pratende bloem. Dat vind ik nog steeds het leukst: dichten over fantasie-dingen.’ Nu ze kinderstadsdichter is, heeft ze daar minder tijd voor. Want Pleun krijgt iedere zes weken een opdracht. ‘Het onderwerp ligt vast. Dat is niet altijd makkelijk. Soms komt er gewoon niets. Dan ga ik met mijn moeder thee drinken, koekjes eten en praten. Meestal lukt het daarna wel.’

Map
Als kinderstadsdichter maakt Pleun van alles mee. ‘Soms moet ik optreden. Binnenkort op een groot muziekfestival. Dan lees ik een paar gedichten voor. Ik heb ook bekende dichters ontmoet. Frank van Pamelen bijvoorbeeld en Erik van Os.’

Pleun verzamelt haar gedichten in een map. ‘Dan kan ik ze nog eens terug lezen. Heel soms verander ik nog wel eens iets.’ Want tja, wanneer is een gedicht eigenlijk af? ‘Een gedicht mag niet te lang zijn, vind ik. Als ik denk dat het klaar is, laat ik het mijn moeder lezen. Soms heeft ze nog een opmerking, maar daar doe ik niet altijd iets mee. Af is bij mij meestal ook echt af.’

Broer of zus

Heb je een broer die gedichten schrijft? Of een zus? Misschien willen ze meedoen met de wedstrijd. Klik hier en je kunt ze alles uitleggen.